Geen cent teveel aan zorgkosten?!
NieuwsHoe kan het dat de zorgkosten blijven stijgen?
“Doordat we met z’n allen steeds meer gebruikmaken van de zorg”, zegt Raad van Bestuur-voorzitter Ton van Houten. “Er komen steeds betere en duurdere behandelmethoden en medicijnen bij, waardoor we snel weer beter én steeds ouder worden. Dat drukt vervolgens weer op de kosten voor thuiszorg en wijkverpleging. De overheid en het CPB hadden een forse stijging van de premie voorspeld, ook omdat de regering het eigen risico heeft vastgezet op € 385. Inmiddels weten we bij Zorg en Zekerheid dat onze zorgkosten minder snel stijgen dan de overheid voorspelde. Dat komt vooral doordat er minder geld is uitgegeven aan de ziekenhuiszorg en aan medicijnen. Mede daarom kan de premie voor 2018 bij ons dalen.”
Wat doet Zorg en Zekerheid om de zorg betaalbaar en bereikbaar te houden?
“We maken scherpe inkoopafspraken met zorgaanbieders. Om onze onderhandelingspositie te versterken, doen we onderzoek naar de verhouding tussen prijs en kwaliteit. Bijvoorbeeld van hulpmiddelen en operatieve ingrepen. Die informatie gebruiken we in onze onderhandelingen met de zorgaanbieders. Daarbij focussen we ook op zinnige zorg: de juiste zorg op de juiste plaats. Veel zorg kan namelijk plaatsvinden bij de huisarts, fysiotherapeut, wijkverpleging of psycholoog. Verder kopen we gezamenlijk dure medicijnen in en stimuleren we innovatie in de zorg. Zo zijn we betrokken bij het projecten rondom Wondzorg, Knie- en Heupartrose en Hartfalen, waardoor mensen betere zorg dichtbij krijgen, tegen lagere kosten. En we investeren actief in preventie, bijvoorbeeld door samen te werken met gemeenten en het sociale domein. Een ander mooi voorbeeld is dat huisartsen steeds meer ‘Welzijn op Recept’ en ‘Bewegen op Recept’ voorschrijven, in plaats van een behandeling of een medicijn. Ook kijken we naar doelmatige zorg, bijvoorbeeld door declaraties van zorgaanbieders te controleren.”
Wat doen jullie eigenlijk met ‘ons’ premiegeld?
“Die vraag hoor ik vaak terug, zeker als er weer een reclamespot van een zorgverzekeraar op televisie is geweest”, zegt Ton van Houten. “Dan is het goed om te weten dat ongeveer 92% van het premiegeld al jaren direct naar de zorg gaat. Meer dan de helft van dat geld gaat naar de ziekenhuizen en ruim 20% naar de betaling van medicijnen en wijkverpleging. Psychologische hulp krijgt 8%, huisartsenzorg 7%, gevolgd door de kosten voor hulpmiddelen, tandarts, revalidatie, kraamzorg, paramedische zorg en vervoer. Blijft over: de verplichte financiële reserves en onze bedrijfskosten, zoals ons gebouw, de winkels, onze medewerkers en onze overige kosten. En winst? Daar doen we bij Zorg en Zekerheid niet aan.”
Wat heb ik daar als verzekerde aan?
“Zorg en Zekerheid kiest ervoor om een deel van de reserves, geld dat niet nodig is om aan de verplichte financiële eisen te voldoen, via de premie terug te geven aan onze verzekerden. We doen dit stapsgewijs, om de premie zo stabiel mogelijk te houden. In de premie van 2018 geeft Zorg en Zekerheid € 33 miljoen van de reserves terug. Dat komt overeen met € 87 per betalende verzekerde per jaar. Zolang het kan, blijven we dat doen. En in 2018 kunnen onze verzekerden zelfs profiteren van een premiedaling.”
Wat vinden jullie eigenlijk van het eigen risico?
“Het is een verplichte last geworden die veel mensen simpelweg niet meer kunnen dragen. Meer dan de helft van de schulden die mensen bij verzekeraars hebben, hangt samen met het eigen risico. De overheid maakt het probleem alleen maar groter. Zij bepaalt immers de hoogte van het eigen risico en de eigen bijdrage. Zorg en Zekerheid pleit, samen met de andere kleinere zorgverzekeraars (VRZ), voor een verlaging van het verplichte eigen risico en vaste prijsafspraken met ziekenhuizen. Het zou mooi zijn als er tot € 885 – het maximale eigen risico – slechts een paar tarieven voorkomen. Bijvoorbeeld één poliklinisch tarief, zodat de patiënt van tevoren weet wat zijn bezoek aan het ziekenhuis gaat kosten.”
Wat is de rol van de overheid als het om de zorgkosten gaat?
“Het nieuwe kabinet vervult een sleutelrol als het om de zorgkosten gaat. Die rol pakken ze gelukkig steeds meer, door afspraken te maken met bijvoorbeeld de farmaceutische industrie en de zorgprofessionals in de ziekenhuizen. Wij zorgverzekeraars zijn ook blij met de plafonds op behandelingen die op initiatief van de overheid zijn ingesteld. Dit helpt ons bij de zorginkoop. Zo’n plafond kan trouwens voor ziekenhuisbestuurders intern een instrument zijn om tegen zelfstandig opererende artsen en maatschappen te zeggen: we moeten het een beetje in de hand houden. Niet het aantal uitgevoerde operaties maar de juiste zorg op de juiste plaats. Daar moet het over gaan in Nederland.”