Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid

Zinnige zorg bij knie-, heup-, nek-, schouder- en lage rugklachten

Nieuws

Rugpijn of knieklachten? Sommige huisartsen verwijzen patiënten met orthopedieklachten in één beweging door naar het ziekenhuis. In elk geval voor een röntgenfoto en soms voor een consult bij de orthopeed die vervolgens veelal een injectie, medicijnen of een operatieve ingreep voorschrijft. In Amstelveen doen ze het anders. Huisartsen, apothekers en fysiotherapeuten hebben voor de vijf meest voorkomende orthopedieklachten een nieuwe aanpak ontwikkeld. Zorg en Zekerheid zorgde voor de financiering. Het resultaat: patiënten krijgen betere zorg dicht bij huis, hebben zelf een rol in de behandeling en een ziekenhuisbezoek is vaak niet nodig.

Sfeerbeeld

Met verschillende zorgprofessionals in één pand gevestigd zijn heeft veel voordelen, weten ze in Amstelveen. Natuurlijk voor patiënten, omdat alle zorg snel en dicht bij huis plaatsvindt, maar ook voor huisartsen, apothekers en fysiotherapeuten. "We overleggen veel met elkaar", zegt Myra de Jong, manager van Gezondheidscentrum De Marne.

"Mooi is dat we van elkaar leren en inmiddels goed weten waar we elkaar kunnen aanvullen. Voor iedere patiënt kijken we samen gericht wat de beste behandeling is. Vanuit deze gedachte zijn we in 2017 dit orthopedieproject gestart. De eerste resultaten zijn veelbelovend.”

Wetenschappelijk onderbouwd

In Amstelveen is de vergrijzing sterker dan in andere Nederlandse steden. Huisarts Bianca van Kralingen beaamt dat. “We zien als huisartsen dat onze patiënten ouder worden. Bepaalde orthopedieklachten komen daardoor bij ons dus in verhouding vaker voor. Vanuit landelijke NIVEL-cijfers weten we dat het om de knie, heup, schouder, nek en rug gaat. Daarna hebben we gekeken naar de ervaringen en tevredenheid van patiënten. En naar de spiegelinformatie die we van Zorg en Zekerheid ontvangen.”

“Op basis van die spiegelinformatie zagen we opvallende verschillen tussen huisartsen onderling, wat betreft het aantal patiënten dat ze naar het ziekenhuis doorverwijzen”, vult fysiotherapeut Laetitia Dekker aan. “Toen hebben we gewoon aan elkaar gevraagd waarom dat zo is. En wat bleek? Soms gebeurde de doorverwijzing op eigen initiatief, omdat men te weinig kennis van de klacht had. Maar soms ook omdat de patiënt er nadrukkelijk om vroeg. Andere huisartsen overlegden juist weer vaker met een fysiotherapeut of apotheker. Deze verschillen vormden de aanleiding om vijf wetenschappelijk onderbouwde zorgprogramma’s te ontwikkelen, inclusief betrouwbare meetinstrumenten om risicofactoren per patiënt in kaart te brengen. Zo komen alleen de patiënten met ernstige klachten terecht in het ziekenhuis voor aanvullend onderzoek of behandeling. De plannen zijn besproken met Zorg en Zekerheid die de financiering hiervan mogelijk maakt. En toen konden we van start.”

Persoonlijk en effectief
Allereerst hebben alle betrokken zorgprofessionals een scholing gevolgd, zodat iedereen hetzelfde kennisniveau heeft. Apotheker Annemie de Koning nam ook deel aan dit traject: “We hebben allemaal hetzelfde doel voor ogen: onze patiënten sneller en beter behandelen. De vijf zorgprogramma’s met meetinstrumenten helpen ons om risico’s goed in te kunnen schatten: soms is een injectie of operatie nodig, maar vaak ook niet. Bij iedere patiënt kijken we gezamenlijk wie welk deel van de behandeling uit het zorgprogramma uitvoert. Daarnaast overleggen we op vaste momenten hoe het verloop van de klachten is. Deze multidisciplinaire aanpak zorgt ervoor dat we onze kennis en ervaring continu met elkaar kunnen delen. Maar nog belangrijker: onze patiënten ervaren deze nieuwe aanpak als prettig, want het is persoonlijk en effectief.”

Bijzonder is dat patiënten zelf een nadrukkelijke rol krijgen in de nieuwe aanpak. “Die rol is voor iedere patiënt anders”, legt Myra de Jong uit. “We kijken niet alleen naar de klacht maar vooral naar de patiënt: hoe staat hij of zij in het leven? Vanuit deze positieve gezondheidsgedachte zal het advies vaak zijn om, naast de behandeling, ook meer te gaan bewegen. Als dat lastig is voor patiënten bieden we een mooie oplossing: de beweegtuin bij ons gezondheidscentrum, mede gefinancierd door Zorg en Zekerheid. Andere patiënten krijgen een oefenprogramma dat ze eerst bij de fysiotherapeut en thuis uitvoeren en later zelfstandig: buiten of bijvoorbeeld in een sportcentrum. Door zelf actief betrokken te zijn bij het herstel, zijn mensen vaak ook sneller van hun klachten af. En dat is natuurlijk extra prettig.”