Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid

Werk niet vlug, maar langzaam

Op een doordeweekse werkdag krijg je honderden prikkels te verwerken. Je ontvangt mail, je krijgt appjes, mensen lopen bij je langs, je hebt afspraken, de telefoon rinkelt en ga zo maar door. Bij elke prikkel moet je bepalen of en wanneer je er aandacht aan schenkt. Dikwijls betekent dat dat je een impuls om te reageren moet onderdrukken. Dit heet reactie-inhibitie. Het telefoontje komt nu niet uit. Die spontane binnenloper die ‘even’ iets wil vragen, komt ongelegen en moet zijn vraag maar mailen. En appjes lezen terwijl je een stuk moet schrijven is ook niet zo handig.

Korte termijn = fijn

Wanneer je hier niet zo goed in bent en veel mensen je aandacht proberen te vangen, krijg je de neiging om vlug vlug van alles tegelijkertijd te gaan doen: je gaat multitasken. Op de korte termijn is dat fijn, want iedereen is tevreden. Maar het gaat ten koste van de kwaliteit van je output. Je leest bijvoorbeeld appjes tijdens de vergadering en mist daardoor een belangrijke opmerking. Je staat toch die collega te woord en komt te laat op je afspraak. Of je wisselt voortdurend tussen de openstaande schermen op je computer en maakt niets echt af.

Lange termijn pijn

Omdat je steeds je aandacht verlegt, verbruik je bovendien veel meer energie dan wanneer je gewoon geconcentreerd aan één ding zou werken. Onze hersenen verwerken informatie (lees: zintuiglijke prikkels) namelijk serieel, dus bewust je aandacht op meerdere dingen tegelijk richten, is vrijwel onmogelijk. Probeer maar eens tegelijkertijd je mail te lezen en een telefoongesprek te voeren. Op een gegeven moment raak je toch de draad kwijt. Het lijkt dus handig om even snel dit en even snel dat te doen, maar op de lange termijn kom je bedrogen uit.

Nuttig stofje

Dat blijkt ook uit onderzoek: wie alles tegelijkertijd wil doen, is minder productief dan iemand die taak voor taak werkt. Je hebt namelijk gespecialiseerde hersengebieden voor taal, informatieverwerking en oog-handcoördinatie. Dat vergt veel afstemming in je hoofd en dus gerichte aandacht. Die aandacht kun je het beste schenken door prikkels één voor één te verwerken. Dat lijkt een langzame methode, maar onderaan de streep levert je dat juist tijdwinst op. Als je je concentreert op één taak, gaat dit namelijk gepaard met een verhoogde afgifte van dopamine. Deze nuttige boodschappersstof in de hersenen stuurt de aandacht: het helpt je onderscheiden welke informatie belangrijk is. Je wordt daar creatiever van, verwerkt informatie effectiever en legt sneller verbanden. Direct stoppen met multitasken dus!

Concentratievermogen trainen

Je concentratievermogen moet je wel een beetje trainen. Dit helpt:

  • Elimineer externe prikkels. Leg je mobiel uit je zichtveld. Klik irrelevante vensters dicht. Schuif stapels uit het zicht.

  • Elimineer interne prikkels. Parkeer taken en zorgen op papier. Ga actief zitten, draai je schouders los, geef jezelf een peptalk.

  • Zet water onder handbereik, open het raam. Je brein heeft vocht en zuurstof nodig om te presteren. Sterke koffie wil ook nog wel eens helpen.

    Let op: juist als je geconcentreerd probeert te werken, gaat je brein op zoek gaat naar afleiding, zeker als je daar gevoelig voor bent. Maar dat is net als met suiker: het voedt niet en je hebt snel weer een nieuwe kick nodig. Toch maar onderdrukken dus, die prikkels!

    Lees het nieuwste boek van Martine: 'Het ABC van plannen, organiseren en optimaliseren'.

    Bron: Martine Vecht