Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid


Mijn Vitaal: ‘Ik sta bewust stil bij wat ik wél heb’

Nieuws
Ze huilde niet toen de arts vertelde dat ze de ziekte van Hodgkin (lymfeklierkanker) had. Manuelle voelde zich verslagen, maar ging meteen in de vechtmodus. “Ik heb er nooit bij stilgestaan dat het dodelijk kon zijn”, zegt ze. Ze was pas zestien jaar oud.
project.alttext_fallback

Manuelle zat op de havo en woonde in Kudelstaart. Elke dag fietste ze veertien kilometer heen en weer naar school in Amstelveen. Ze had het naar haar zin, met veel vriendinnen, danslessen en muziek. “Een paar dagen voor mijn eerste chemotherapie deed ik nog mee aan een dansshow en ik kon nog nét mee op kamp. Dat wilde ik niet missen.”

Overlevingsstand

Het begon met een bultje bij haar sleutelbeen. De huisarts dacht eerst aan de ziekte van Pfeiffer, maar stuurde haar toch door naar het ziekenhuis. Na een biopt kwam het slechte nieuws: de ziekte van Hodgkin, een vorm van lymfeklierkanker. “Mijn moeder was erbij toen ik het hoorde. We hadden niet verwacht dat het kanker was. Ik weet nog dat ik me verslagen voelde. Dat gevoel maakte later plaats voor opluchting, toen bleek dat de kanker niet was uitgezaaid en goed te behandelen was. Heel gek hoe je dan van verdriet, meteen in de overlevingsmodus schiet. Ik besloot gewoon: ik ga ervoor.”

Kletsen over jongens

De zomer die volgde, stond in het teken van chemotherapie. Elke twee weken had ze een kuur. “De eerste dagen daarna voelde ik me slecht: misselijk, overgeven en ik wilde niemand om me heen. Daarna krabbelde ik op en zocht ik mijn vriendinnen weer op. We hingen rond bij het winkelcentrum of kletsten over jongens. Dat waren de momenten waarop ik me even normaal voelde. Aan mijn vriendinnen heb ik veel steun gehad. We zijn nog steeds hecht met elkaar.”

Grote steun

Na de chemo volgden vijftien bestralingen. Elke dag werd Manuelle door haar vader naar het VU Medisch Centrum gebracht. “Ik was natuurlijk nog jong. Mijn vader was er altijd en hield zich sterk. Hij regelde ook de financiën rond mijn ziekte. We waren bij Zorg en Zekerheid verzekerd; daar zijn mijn ouders en ik nooit meer weggegaan. Alles werd goed geregeld. Zo’n chemotherapie wil je echt niet zelf betalen. Zo ontzettend duur is dat.” Manuelle vervolgt: “Doordat mijn vader zo’n grote steun was, is onze band sterker geworden. Na een scan gingen we vaak ergens iets lekkers halen. Dat soort rituelen hielden het luchtig.”

Nog een tegenslag

De behandelingen sloegen aan en even zat haar leven weer op de rails. Tot Manuelle op haar 24ste hoorde dat ze een auto-immuunziekte had. Weer een klap. In het begin vroeg Manuelle nog te veel van zichzelf. “Ik dacht dat minder werken genoeg was, maar zelfs vier dagen bleek te veel. Uiteindelijk moest ik me tijdelijk helemaal ziekmelden.” Op advies van haar hulpverlener ging ze wandelen. “Het wandelen zelf vond ik best saai, dus ik nam mijn camera mee en begon dieren en planten te fotograferen in het Amsterdamse Bos. Mindful fotograferen noem ik dat. Het gaf me rust. Daardoor werd ik weer mezelf.”

‘Maak het bespreekbaar’

Inmiddels voelt Manuelle zich niet alleen sterker, maar ook meer begripvol. “Ik was altijd al meelevend, maar ik begrijp nu echt hoe het voelt om ziek te zijn. Een kaartje, een appje: dat doet zoveel.” Aan haar behandelend arts had Manuelle veel steun. “Hij nam mijn zorgen serieus en leefde mee. Zijn assistent leerde ik ook goed kennen, waardoor het minder vervelend werd om naar het ziekenhuis te gaan.”

Waar Manuelles ouders en vriendinnen een rots in de branding waren, namen andere mensen juist afstand. “Ze wisten niet goed hoe ze met me moesten omgaan. Maar vragen stellen is altijd beter dan niets zeggen. Maak het bespreekbaar.”

Mooie dingen

Sinds twee jaar woont Manuelle samen met haar vriend Tim. Ze staat positief in het leven. “Dat is deels mijn karakter, maar ik ben echt niet altijd vrolijk. Het helpt me om aandacht te hebben voor de mooie dingen in het leven. Misschien dat ik fotograferen daarom zo fijn vind. Je staat dan letterlijk even stil bij al het moois. Ik ga nog regelmatig naar het Amsterdamse Bos om plaatjes te schieten, alleen of met mijn ouders.”

Tegelijkertijd is ze eerlijk over de moeilijke momenten. “Soms is het gewoon zwaar, maar ik kies er bewust voor om ook stil te staan bij alles wat ik wél heb. Mijn fijne relatie bijvoorbeeld en het feit dat ik mijn beide ouders nog heb. Mijn vader is al 87 en gaat nog steeds mee als ik een controle heb. Hoe bijzonder is dat? Naderhand gaan we altijd even iets lekkers halen. Dat houden we erin.”