1. Overdrijf niet

Een beetje beweging is al beter dan niks. Als je te hoog inzet en ineens drie keer per week van jezelf naar de sportschool moet, is de kans groot dat je de handdoek voortijdig in de ring gooit. Als richtlijn wordt geadviseerd dagelijks een half uur matig intensief te bewegen. Dat hoeft niet per se een half uur aaneengesloten te zijn. Je komt er ook door gespreid over de dag een paar momenten te kiezen. Doe bijvoorbeeld wat oefeningen direct na het opstaan of maak een wandelingetje tijdens de lunchpauze.

2. Ga voor alledaagse work-outs

Stofzuigen, een wandeling naar de supermarkt en een fietstocht naar je werk of andere bestemming op fietsafstand: het zijn dingen die je niet veel extra tijd kosten (want ze moeten sowieso gebeuren), maar wél tellen als een portie beweging. Win-wins dus, als je het ons vraagt. Probeer dit soort momenten vaker in te bouwen en je hebt niet alleen een schoner huis en beter gevulde voorraadkast maar ook een gezondere leefstijl.

3. Zoek een maatje

In je eentje kan het lastig zijn om de motivatie te vinden. Als je met iemand afspreekt om samen te sporten, is dat juist een goede stok achter de deur om te gaan. Kijk dus eens of je iemand kunt vinden die het leuk vindt om met jou af en toe een blokje om te gaan of een stukje te fietsen of zwemmen. Ken je iemand met een hond? Misschien kun je die af en toe meenemen om een lange wandeling te maken.